Hoe goed wokken?
Wokken is populair vanwege de verse (gezonde) ingrediënten, korte bereidingstijden en smakelijke kruiden en sauzen. De ingrediënten worden in de wok in kleine hoeveelheden olie sterk verhit. Op die manier blijven de natuurlijke smaak, vitaminen en voedingstoffen van groenten bewaart (lekker knapperig en beetgaar) en krijgt vlees een krokant laagje en blijf het van binnen lekker mals. Om het maximale uit een roerbakgerecht te halen hebben we hieronder enkele tips om goed te roerbakken beschreven.
Stap 1: voorbereiden
Omdat wokken een snelle bereidingswijze is, moeten de ingrediënten klaar liggen voordat je begint. Zet alle ingrediënten klaar voordat je met het maken van het roerbakgerecht begint. Het kleinsnijden van ingrediënten is een manier om de bereidingstijd kort te houden. Dat betekent in veel gevallen dat je de woksaus van te voren klaar moet maken (zie onze recepten), de groenten en het vlees snijdt, de rijst opzet en alle andere hulpmiddelen klaar zet. Het voorbereiden vergt in de meeste gevallen iets meer tijd dan het koken zelf, tenzij je kant en klare zakjes gesneden groente gebruikt.
Stap 2: wok verwarmen
Als de ingrediënten voorbereid zijn is het tijd om een goede wokpan op het vuur (of andere warmtebron, zoals elektrisch) te zetten. Verhit de wok zonder olie op hoog vuur en voeg als deze warm begint te worden de olie toe. Draai de pan rond zodat de hele binnenkant met olie bedekt is. Dit is nodig omdat het bij roerbakken belangrijk is om de ingrediënten gelijkmatig te bakken. Alles moet in beweging blijven. Dat mag ook door het schudden / op te gooien.
Stap 3: Vlees roerbakken
Wok rund, kip, varken, vis, tofu, en ander vlees/vis of vleesvervanger setc. als eerste. Bak op hoog vuur en desnoods in porties zodat alles voldoende ruimte heeft om gaar te worden. Het vlees moet echt sissen, zodat het dichtschroeit. Doe je dat niet, en roerbak je op lage temperatuur, dan smoort het vlees in het eigen sap en wordt het taai.
Stap 4: Groenten wokken
Bestaat je gerecht (daarnaast) ook uit groenten? (natuurlijk doe je dat!) Dan wok je de groenten pas nadat je het vlees hebt gebakken en nooit tegelijkertijd. Zet het vlees even apart en warm de lege wok weer op. Roerbak eerst de hardere groenten (als wortel, prei, paprika) en voeg als laatste de zachtere groenten toe (als kool). De echt zachte groenten als bladgroenten, spruitgroenten en kruiden voeg je pas op het laatste, na de roerbaksaus toe.
TIP: groenten met verschillende kooktijden kan je ook vooraf balanceren, zodat alles tegelijkertijd klaar is.
Stap 6: Woksaus toevoegen
Alle ingrediënten zijn nu gaar en warm. Doe het vlees en de groenten terug in de pan. Nu pas voeg je de zelfgemaakte woksaus toe en verhit alles nog even tot de saus kookt en voldoende is ingedikt. Voeg als laatste de bladgroenten, spruitgroenten en kruiden toe. Eet smakelijk!